Wet pleziervaartuigen
Artikel 16
1
Indien Onze Minister van oordeel is dat een van een CE-markering van overeenstemming voorzien pleziervaartuig, onderdeel van een pleziervaartuig of een van deze markering voorziene voortstuwingsmotor in geval van een juiste constructie, montage, correct onderhoud en gebruik volgens hun bestemming, gevaar kan opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van personen, goederen of het milieu, neemt hij alle dienstige voorlopige maatregelen om dat pleziervaartuig, dat onderdeel of die voortstuwingsmotor uit de handel te nemen. Zo nodig kan hij het in bedrijf stellen ervan verbieden of daaraan beperkingen opleggen.
2
Indien Onze Minister van oordeel is dat de CE-markering van overeenstemming ten onrechte is aangebracht, neemt hij de nodige maatregelen om het desbetreffende product uit de handel te nemen. Zo nodig kan hij het in bedrijf stellen ervan verbieden of daaraan beperkingen opleggen.
3
De fabrikant of diens gemachtigde verleent alle noodzakelijke medewerking aan de uitvoering van een maatregel als bedoeld in het eerste of tweede lid.
4
Onze Minister stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen onmiddellijk onder opgave van redenen in kennis van een maatregel als bedoeld in het eerste of tweede lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.